De Vlaamse chef-kok Jeroen Meus is op zoek naar nieuwe kookideeën en gaat in het culinaire reisprogramma ‘De mosterd van Meus’ op ontdekkingstocht. Hij begint in Zweden, het land van de uitgebreide koffietafel.
Vanuit zijn keuken in Leuven maakte de Vlaamse chef-kok Jeroen Meus zo’n drieduizend afleveringen van zijn populaire programma Dagelijkse kost. Nu voelt hij dat het tijd is voor nieuwe culinaire inspiratie. Daarom pakt hij in De mosterd van Meus zijn koffers om nieuwe smaken en gerechten te ontdekken. Geen ingewikkelde menu’s of chique hapjes, maar opnieuw simpele gerechten, typerend voor het land dat hij bezoekt. “Ik ben zot van dagelijkse kost”, aldus Jeroen. “Niet alleen van Belgische klassiekers, maar ook van buitenlandse.”
In ieder land dat hij aandoet laat Jeroen zich rondleiden door markante inwoners. Met een goede reden: “Als je de nationale keuken wil begrijpen, moet je het land en de mensen ervaren.” In de eerste aflevering bezoekt hij Zweden, waar hij langsgaat bij chef-kok Tina Nordström. Jeroen is te gast in haar kookprogramma en helpt mee om kaneelbroodjes te maken. Die zijn bestemd voor de fika, een typisch Zweedse traditie die lijkt op een uitgebreide koffiepauze. “Maar die omschrijving dekt de lading niet,” zeggen Tina’s ouders, die ook zijn aangeschoven: “Een fika is meer dan een pauze: het is een gezellig samenzijn en daar hoort altijd wat lekkers bij.”
Tekst: Wilma Groot